InvesteringsluikenHet waarborgfonds
Rendement met volledige veiligheid
Dit fonds beschermt u tegen de wisselvalligheden van de beurs. Kies voor rendement en veiligheid dankzij de gegarandeerde minimumrentevoet en het klikeffect.
Het Waarborgfonds bestaat voor meer dan 85% uit obligaties. De investeringen worden enkel toevertrouwd aan kwalitatieve emittenten. Elk jaar wordt de nettowinst integraal uitgekeerd aan de spaarders.
1. Een veilige investering
De zoektocht naar een regelmatig en definitief verworven rendement
Het Waarborgfonds is opgericht om de veiligheid van uw kapitaal te garanderen. Dit eenzijdige fonds – opgericht in 1976 – biedt u rendement en veiligheid dankzij de gegarandeerde minimumrente en het klikeffect.
De portefeuille wordt gekarakteriseerd door een sterke aanwezigheid van obligaties (ongeveer 85%) en door een doorgedreven voorkeur voor kwalitatief hoogstaande emittenten.
Een beperkt risico dankzij een belangrijke diversiteitpolitiek.
- Een portefeuille die voornamelijk is opgebouwd uit obligaties.
- Beperkte investering op de aandelenmarkt (ongeveer 5%).
- Een uitzonderlijke aandacht voor het kredietrisico (faling van de emittent), zodat de veiligheid en het rendement geoptimaliseerd worden.
- Een strikte reglementering op het vlak van risicospreiding, waardoor er maximaal 1,5% van de portefeuille bij éénzelfde emittent kan worden geïnvesteerd.
Een investeringspolitiek
die de nadruk legt op maximaal rendement met een minimaal risico.
Een opportunistische investering in private obligaties (bij voorkeur spreads) waardoor de meerwaardedaling van de ICBE-aandelen en de daling van de rentevoet op 10 jaar grotendeels kunnen worden gecompenseerd.
2. Een optimaal rendement
3. Kwalitatieve emittenten
Een investeringspolitiek die kwalitatieve emittenten bevoordeelt.
4. Resultaat financieel beheer
• Brutorentevoet: 3,78%
• Nettorentevoet (voor sociale heffingen) : 3,45%
Het jaar 2012, dat voluit in het teken van de crisis in Europa stond, werd beïnvloed door het feit dat de dynamiek van de wereldwijde groei kortademig bleek, maar ook door de aanzienlijke vooruitgang die met name de ECB heeft geboekt, bij de maatregelen die werden genomen om ervoor te zorgen dat Europa de crisis achter zich kan laten.
In die context hebben de rentevoeten van de "kernlanden" van de eurozone in de loop van het jaar opnieuw historisch lage waarden laten optekenen: 1,95%* voor Franse staatsobligaties op tien jaar en 1,15%* voor Duitse staatsobligaties op tien jaar. In de loop van het tweede semester van 2012 zijn de rentevoeten van de perifere landen ook sterk gedaald.
Gelet op de zwakke groei en dus op het gevaar dat de economische problemen in de perifere landen van de eurozone erger worden, hebben we onze blootstelling aan deze landen gereduceerd. Dit geldt meer in het bijzonder voor Italië, waar we het sterkst aanwezig waren. We hebben onze beleggingen ten dele buiten Europa gediversifieerd en zijn hiervoor gaan kijken op de markt van de schuldfondsen van opkomende landen en op de markt met hoge rendementen in de Verenigde Staten. Rekening houdend met de sterke daling van de rentevoeten hebben we ook meer in obligaties met variabele rentevoet belegd om de portefeuille te beschermen tegen een heropleving van de rentevoeten. Dit laatste lijkt ons plausibel bij een normalisatie van de situatie in Europa. En dat is het scenario waarnaar onze voorkeur uitgaat. We zijn trouwens blijven profiteren van de gelegenheden die zich aandienden door nieuwe emissies van privéondernemingen. Opvallend dit jaar was het feit dat er nieuwe emittenten optraden, namelijk middelgrote ondernemingen die zich, gelet op de problemen die ze ondervinden om van de banken kredieten te krijgen, tot de institutionele beleggers, o.a. de verzekeraars, hebben gericht.
Hierdoor waren de verkooptransacties dit jaar goed voor een bedrag van 2,4 miljard euro tegen een gemiddelde rentevoet van 4,9%, terwijl de terugbetalingen goed waren voor 1,9 miljard euro tegen een gemiddelde rentevoet van 5,4%.
De aankopen waren goed voor een bedrag van 3,4 miljard euro tegen een gemiddelde rente voor de obligaties met een vaste rente van 3,9% bedroeg in vergelijking met een gemiddelde jaarlijkse rente van 2,5% voor Franse staatsobligaties met een looptijd van tien jaar.
Wij hebben voor eenzelfde bedrag obligaties met een variabele rente gekocht en verkocht; het aandeel van die categorie in de portefeuille bleef behouden op 20%.
Door de talloze verlagingen van de rating door de ratingkantoren bedraagt de gemiddelde rating van de portefeuille nu BBB+.
Opbrengsten uit het verleden vormen geen garantie voor toekomstige opbrengsten.
Opbrengsten exclusief dividenden, exclusief kosten
De gegevens uit de tekst werden becijferd op 31/12/2012: bron AIF, Europerformance
*Bron: Thomson Reuters Datastream
Financiële beheerskosten:
Aanhangsel bij het Protocolakkoord - 10 april 2006
Artikel 3 : Bepalingen betreffende de contracten, hun beheer en hun resultaatverdeling.
3.1. Financieel beleid en financiële kosten
3.1.1. De volgende bepalingen annuleren en vervangen artikel 3.2 van het Protocol en zijn van toepassing vanaf 1 januari 2006.
3.1.2. De vergoeding voor het financiële beheer van de contracten wordt uitgevoerd volgens verschillende modaliteiten, naargelang de fondsen in euro of in rekeneenheden worden uitgedrukt.
Voor fondsen in euro wordt de vergoeding voor het financiële beheer opgesteld aan de hand van onderstaande tabel.
De basis wordt bepaald door de samenvoeging van de 2 portefeuilles van AFER – geëvalueerd op beurswaarde en inclusief lopende rente – op 31 december van het boekjaar en met aftrek van de ICBE die in de samenstelling zijn opgenomen.
5. Een gegarandeerde rentevoet
De verzekeringsmaatschappijen die partner zijn van AFER stellen zich hoofdelijk borg voor de groei van uw spaartegoed in het Waarborgfonds - in overeenstemming met het door de overheid maximum toegestane bedrag. Natuurlijk worden jaarlijks de financiële nettowinsten - bovenop het minimumbedrag – integraal aan u toegewezen.
Voor elk lopend boekjaar wordt de gegarandeerde bodemrente in onderling overleg vastgelegd door de medeverzekeraars en de Vereniging AFER Europe. De gegarandeerde bodemrente dient om prorata temporis de kapitalen die in euro werden geïnvesteerd in het WAARBORGFONDS, bij totale opname of bij overlijden te vergoeden. De bodemrente dient ook als voorlopige bezoldiging om tijdens het jaar het in euro in het WAARBORGFONDS geïnvesteerde spaargeld te valoriseren. Een supplement dat evenredig is met het verschil tussen de definitieve rente en de gegarandeerde bodemrente, zal bij het begin van het volgende jaar worden gestort wanneer de rente van het jaar in kwestie gekend is. Dit supplement wordt naar verhouding aangepast aan de tijd in het Waarborgfonds in euro, inclusief wanneer het lid tijdens het jaar een gedeeltelijke afkoop of een arbitrage heeft uitgevoerd.
Het klikeffect
Zodra een boekjaar is afgesloten en de financiële winstverdeling is opgenomen in het Waarborgfonds, wordt deze definitief.
Dankzij dit mechanisme is uw
spaargeld niet onderworpen aan het wisselvallige karakter van de
beurs. Dit noemen we het ratchet- of klikeffect, naar analogie met
een tandwiel dat ‘vastklikt’ en niet meer kan terugdraaien. Deze
techniek heeft sinds de oprichting van Afer al meermaals haar nut
bewezen, met name tijdens enkele beurscrashes en tijdens de
financiële crisis van 2008.
De renteberekening
De aan de leden uitgekeerde resultaten t.w.v. 1 543,88 miljoen euro dienen als vergoeding voor de gewogen gemiddelde spaargelden in 2012, een bedrag van 39 144,96 miljoen euro.
Daaruit kunnen we spaarrentevoet voor 2012 berekenen: 1 543,88 / 39 144,96 = 0,03944. Deze brutorentevoet van 3,944% kan na aftrek van de beheerskosten herleid worden tot een nettorentevoet van 3,45%.
Berekeningswijze : (1+3.944%) X (1-0,475%) = 1,0345 ofwel 3,45%.
6. Financiële bijlage
Belegging van de fondsen en verdeling van de technische en financiële winsten
Belegging
van de fondsen
Het
kapitaal gevormd door de bijdragen van de aangesloten leden van de
overeenkomst wordt in een autonoom fonds beheerd door de
verzekeringsmaatschappijen die minstens tweemaal per jaar
verantwoording afleggen tegenover de vereniging over de gedane
investeringen en de behaalderesultaten.
De
overeenkomstige kapitalen worden geïnvesteerd conform de bepalingen
in de Franse verzekeringswet met betrekking tot de gereglementeerde
verbintenissen van de levensverzekeringsmaatschappijen, met name
artikels R 332.2, R 332,3 et R 332,4.
Financieel
resultaat
Er
wordt jaarlijks door de medeverzekeraars een financiële rekening
opgesteld voor het geheel van het beheer van AFER volgens de volgende
voorwaarden.
>
Aan de creditzijde:
1.
de inkomsten die vrij zijn van alle beheerskosten, afschrijvingen,
bemiddeling en belastingen (*) met betrekking tot de aankoop en
overdracht van activa;
2.
de meerwaarden vrij van alle lasten in verband met de verkoop van
activa;
3.
de door de reglementering toegestane meerwaarden op schatting van
waarden;
4.
de technische winst op lopende lijfrenten;
5.
de overname van het gedeelte van de provisie voor deelname in de
overschotten, samengesteld door de medeverzekeraars dat ondergebracht
is in het AFER-fonds;
6.
de rente voortvloeiend uit de provisie voor deelname in de
overschotten;
7.
overdracht van winst van het voorgaande boekjaar, indien van
toepassing.
>
Aan debetzijde:
1.
de waardeverminderingen in verband met de verkoop van activa;
2.
de door de reglementering toegestane waardeverminderingen op
schatting van activa;
3.
de toevoegingen aan de reserves en voorzieningen die verplicht
aangelegd worden in toepassing van de Franse belastings- en
verzekeringswetgeving.
4.
de renten, tegen gewaarborgde minimale rentevoeten, die reeds aan de
wiskundige reserves van de aangeslotenen gecrediteerd zijn en indien
van toepassing; de bijkomende renten met betrekking tot de periode
waarin de winstverdeling nog niet was bepaald;
5.
de eventuele deelname in de financiering van de lopende wettelijke re
n t e v e rhogingen, in de technische tekorten op lopende lijfrenten
en, indien van toepassing, de fiscale lasten die op basis van de wet
ten laste kunnen vallen van de aangeslotenen;
6.
indien de inhoudingen voor de beheerskosten onvoldoende zijn
gebleken, het gedeelte dat niet is gedekt door de beheerskosten,
binnen een limiet van 10% van het creditsaldo van deze rekening.
Deze
handeling is enkel doeltreffend als de verzekeringsmaatschappijen die
samenwerken wat de beheerskosten betreft, hier niet zelf voor kunnen
instaan en op voorwaarde dat de aangeslotenen hiervan duidelijk op de
hoogte worden gebracht;
7.
de dotatie aan het gedeelte van de provisie voor deelname in de
overschotten, samengesteld door de medeverzekeraars dat ondergebracht
is in het AFER-fonds;
8.
overdracht van verlies van het voorgaande boekjaar, indien van
toepassing.
Bestemming
van de resultaten
Het
creditsaldo van de gemeenschappelijke rekening wordt integraal
verdeeld onder de aangeslotenen naar rata van de gewaarborgde renten
die hen werden gecrediteerd in de loop van het betreffende
boekjaar.
Het
globale resultaat van dit financieel beheer (hogere gewaarborgde
rentevoeten voor creditsaldo) samen met het totaal van het beheerde
kapitaal vormt de brutorentevoet voor uitbetaling van het
spaarkapitaal.
Uitzondering
op deze regel zijn de aangeslotenen waarvan de rekeningen op de
verdelingsdatum tegen een vast tarief reeds werden
gecrediteerd.
Herwaardering
van de lopende renten
De lopende renten worden per 1 juli volgens de bovenvermelde principes geherwaardeerd boven op het technisch tarief dat in hun barema ingebouwd is.
E :
• ORGANIC 50% van de bijdrage is gebaseerd op de financiële voordelen.
• Financiële beheerskosten: de kosten worden berekend op basis van een barema dat is vastgelegd tussen de Vereniging en de medeverzekeraars. Dit barema werd negatief herzien op 1 januari 2006 en werd gevalideerd door de stemming van resolutie N°8 tijdens de Algemene Vergadering van AFER op 30 mei 2006.
• Makelaarslonen (financiële kost) i.v.m. de aankopen en overdrachten van activa.
• Hedgingkosten die noodzakelijk zijn voor het fondsenbeheer.